‚Beetje’ en ‚bisschen’ in een contrastief corpusonderzoek

 

      2001

 

 

 


 

 

 

Inhoudsopgave

 

 

 

1.      Inleiding

2.      Beetje en bisschen in de literatuur

3.      Empirisch onderzoek

      3.1.       INL   27 Miljoen Woorden Krantencorpus 1995

      3.1.1. Winning van corpusgegevens

      3.1.2. Classificatie van corpusgegevens naar morfologische criteria

       3.1.3. Classificatie van corpusgegevens naar hun communicatief-pragmatische functie

       3.2.       IDS COSMAS Korpus: sz Süddeutsche Zeitung 1995-1999 

       3.2.1.         Classificeering van corpusgegevens naar morfologische criteria

       3.2.2.         Classificeering van corpusgegevens naar hun communicatief-pragmatische functie

       3.3.       Resultaten INL en IDS

       3.4.       Paralel corpus Nederlands-Duits

       3.4.1.         Equivalenten van beetje in het Duits

       3.4.1.1.   Beetje als onbepaald voornaamwoord

       3.4.1.2.   Beetje als bijwoord ter bepaling van bijvoeglijke naamwoorden

       3.4.1.3.   Beetje als bijwoord ter bepaling van werkwoorden

       3.4.2.         Equivalenten van bisschen in het Nederlands

       3.4.3.         Resultaten 

       4.      Besluit en  evaluatie van het onderzoek

       5.      Literatuur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.    Inleiding

 

    Iedereen die zich ooit met vertalen heeft beziggehouden associeert  moeilijkheden met het onderwerp. Dit is vooral te wijten aan de spanning tussen theoretische en praktische interpretaties van vertaling.

 

Theoretisch gezien bekijkt men het concept vertalen met een skeptisch oog, met een laag verwachting tot volmaaktheid. Enkele jaren na de euforie in de sferen van de taaltechnologie stelt bijna niemand meer dat een equivalente relatie tussen lexemen bestaat, dat de basis voor volmaaktheid in machinele vertaling zou leggen. In de praktijk bestaat echter wel zoiets als vertaalde equivalentie, in die zin, dat vertalers tijdens hun werk regelmatig een woord uit de brontaal met steeds hetzelfde woord in de doeltaal vertalen. (A[brontaal] -->A[doeltaal]). Bij deze lexemen die een hoge graad van vergelijkbaarheid hebben, zal een bevraging van native speakers grote overeenstemming tot resultaat hebben.

 

Maar vaak is onze intuitie misleidend. Uit de praktijk met tekstcorpora blijkt dat linguïsten en native speakers maar al te vaak een zeer subjectieve waarneming van taalkundige gegevens weergeven. Er blijken deels grote verschillen met statistische gegevens die door het gebruik van electronisch beschikbare teksten worden gewonnen.

 

Een probleem waar vertalers vaak mee te maken hebben is het onjuiste gebruik van partiële ‚false friends’. Deze vergelijkbare lexemen uit twee talen hebben een geringe afwijking in de semantische markering in de ene taal, ze zijn dus partiel ‚true friends’. (A[brontaal]->A[doeltaal] v B[doeltaal]). Om deze verschillen aan het licht te brengen kan men in tweetalige corpora van de ervaring van professionele vertalers gebruik maken en voorhanden equivalenten (vergelijkbare paren) bestuderen. Eentalige corpora kunnen bij het inwinnen van (statistische) gegevens over woorden van behulp zijn.

 

In het volgende zullen de lexemen beetje en bisschen in het kader van een Nederlands-Duits contrastief corpusonderzoek in hun context worden onderzocht en hun gebruiksmogelijkheden worden nagekeken. Aan het begin van dit onderzoek staat de observatie, dat beetje in het Nederlands ten eerste vaker wordt gebruikt dan het Duitse equivalent bisschen, en ten tweede, dat er ook in de gebruikswijze ervan meetbare verschillen zijn, in het bijzondere wat betreft het partikelachtige gebruik van beetje in de vorm van een interjenctie. Er wordt gesteld, dat deze variant in het Nederlands gebruikelijker is dan het Duitse equivalent.

 

Wat zijn de oorzaken van het frequentieverschil van de lexemen? Welke synoniemen worden het vaakst gebruikt, in welke context staan ze en welke semantische en pragmatische verschillen zijn er tussen de twee lexemen? Een dergelijk onderzoek kan zowel voor automatische vertaalprogrammas, voor het oprichten van een op empirisch gegevens gebaseerd lexicon als ook voor menselijke vertalers van behulp zijn.

 

Naast een lexicaal onderzoek zullen in dit kader de mogelijkheden die een- en meertalige corpora voor onderzoek bieden worden getoond. Om het onderzoek voor de lezer transparent te maken worden alle onderzochte gegevens in hun volle omvang weergegeven.

 

 

 

2.    Beetje en bisschen in de literatuur

 

  Het Van Dale Groot Woordenboek Duits-Nederlands[1][1] noemt slechts een enkele variant van bisschen, namelijk die als onbepaald voornaamwoord. Het geeft naast enkele idiomatische voorbeelden als enige vertaling beetje aan. Omgekeerd komt beetje in het Van Dale Groot Woordenboek Nederlands-Duits[2][2] additioneel in de informele vorm van bijvoeglijk naamwoord en bijwoord voor. Als Duitse equivalenten gelden hier voor de vormen onbepaald voornaamwoord en bijwoord bisschen, etwas, wenig.

 

Het WNT[3][3] kent beetje als bepaling bij werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden en noemt marginaal de variante bijwoord van graad.

 

Helbig/Buscha[4][4] noemen in ‚Deutsche Grammatik’ bisschen onder de groep van onbepaalde adjectivische telwoorden waar onder andere ook paar en allerlei bij behoren.

 

In de ANS[5][5] wordt beetje in combinatie met bijwoorden en met zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden als graadaanduidende voorbepaling onder synoniemen als eind(je), stuk(je), iets(je) vermeldt.

 

 

 

3.    Empirisch onderzoek

 

Onder een tekstcorpus verstaan we een collectie van tekstgedeelten of -nu meer gebruikelijk- een collectie van complete teksten die is aangelegd volgens weloverwogen selectiecriteria.“[6][6]

 

     Corpora kunnen worden onderscheiden qua samenstelling, onderverdeeld in (1) onderwerp zoals bv. natuurwetenschap, pyschologie, enz. en (2) medium zoals dagbladen, boeken, (getranscribeerd) talkradio, enz. Verder zijn er naast eentalige vs. meertalige corpora morfosyntactisch geannoteerde vs. ongeannoteerde corpora.

 

Voor dit onderzoek is voor ongeannoteerde corpora gekozen omdat binnen dit kader de voorkeur aan een eigen classificatie gegeven wordt. [7][7] In het volgende worden de eentalige corpora van de Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL)[8][8] en van het Institut für deutsche Sprache in Mannheim (IDS)[9][9] geraadpleegd.  Verder wordt er gebruik gemaakt van het project parallel corpus Nederlands-Duits[10][10] dat tijdens het ontstaan van deze werkstuk nog in ontwikkeling is.

 

  3.1.       INL   27 Miljoen Woorden Krantencorpus 1995

 

     Op het moment staan drie corpora in de INL via het internet tot beschikking: het 5 Miljoen Woorden Corpus 1994, het 27 Miljoen Woorden Corpus 1995 en het 38 Miljoen Woorden Corpus 1996.

 

De teksten in het 5 Miljoen Woorden Corpus die ontleend zijn aan o.a. boeken, tijdschriften, kranten en tv-nieuwsuitzendingen betreffen verschillende deelgebieden, zoals journalistiek, politiek, milieu, linguïstiek, vrije tijd. Het 38 Miljoen Woorden Corpus 1996 bestaat uit drie hoofdcomponenten: een gevarieerd samengestelde component (1970-1995), een component krantentekst (Meppeler Courant, 1992-1995) en een juridische component (1814-1989). Op basis van deze parameters kan men subcorpora definieren.

 

Ter wille van de vergelijkbaarheid is zowel in de INL- als ook in de IDS-corpusbestand voor het krantencorpus gekozen. De texten in het INL 27 Miljoen Woorden Krantencorpus 1995 bestaan uit het dagblad NRC Handelsblad[11][11] van 1 januari 1994 -  30 april 1995, de hier geselecteerde gegevens beperken zich echter tot het jaar 1995.[12][12]

 

  3.1.1. Inwinning van corpusgegevens

 

De 27 Miljoen Woorden Krantencorpus biedt de mogelijkheid tot zoeken naar woordvormen, lemma´s (trefwoorden), woordsoorten (via een vooraf gedefinierd code) en meerwoordpatronen. Doordat alle drie INL corpora geannoteerd zijn staat bij het zoeken naar de woordvorm beetje de optie ter beschikking de woordvormen naar afleiding van woordsoorten en hun lemma´s (beet en beetje) te sorteren.[13] In totaal leverde deze zoekopdracht als resultaat 9174 aantal gevonden (cumulatieve frequentie over het hele 27 miljoen woorden corpus).

 

Hieruit werden steekproefachtig 53 concordanties (woorden in context) uitgekozen en naar twee criteria ingedeeld.

 

  3.1.2. Classificatie van corpusgegevens naar morfologische criteria

 

Aan de hand van gegevens kunnen vier morfologische vormen van beetje worden onderscheiden. Het moet worden opgemerkt dat deze classificatie syntaktisch niet eenduidig kan zijn, vaak wordt uit het fragment (of zelfs uit de nauwe context) niet duidelijk waar beetje op betrekking heeft. Daardoor kunnen sommige gevallen meervoudig worden geinterpreteert.

 

Voorbeeld:

 

Manchmal habe er sich schon ein bißchen außen vor gefühlt, sagte Becker zu seiner Rolle beim finalen deutsch-ukrainischen Partnerschaftstreffen in Perth.

 

 

 

Mogelijke lezingen:

 

  1. ein bißchen außen vor (bijwoordelijke bepaling) gefühlt (werkwoord)
  2. ein bißchen (bijwoord) außen vor gefühlt (werkwoordelijk deel)

 

  In het kader van de morfologische classificatie is voor de meest voor de hand liggende variant gekozen.

 

De cursivering van een gedeelte van de corpusgegevens zal in deze hoofdstuk even buiten beschouwing worden gelaten en pas bij hoofdstuk 3.1.3.  aandacht krijgen.

 

  3.1.2.1.1.       (morfologisch) onbepaald voornaamwoord

 

3.1.2.1.2.      (syntaktisch) beetje + zelfstandig naamwoord

 

Staat op zich of kan gebruikt worden met een zelfstandig naamwoord (een beetje geduld – ein bisschen Geduld) of met een bijvoeglijk naamwoord (een klein beetje – ein kleines bisschen).

 

3.1.2.1.3.      (semantisch) Gewoonlijk staat deze variant die meestal kan worden vertaald met bisschen, wenig, etwas ter bepaling van een hoeveelheid (een kleine hoeveelheid) van het daaropvolgende naamwoord.

 

3.1.2.1.4.      copusgegevens

 

1.       Alleen nog een beetje drugs en een sporadische fietsdiefst

 

2.       heel goed of met een beetje moeite per fiets gedaan hadden kunnen

 

3.       misstaan bij hem. Een beetje self promotion kunnen de renners en

 

4.       Daarom vertaalde ik het woord limosna met aalmoes, een ouderwets woord voor het beetje geld dat je aan een bedelaar geeft.

 

5.       Dan houden we nog een beetje over ook, is de stelling.

 

6.       zeggen: kan dat niet een beetje minder?'' Maar u geeft wel toe aan

 

 

 

3.1.2.2.1.       (morfologisch) bijwoord van graadaanduiding

 

3.1.2.2.2.      (syntactisch) Deze variant staat bepalend voor bijvoeglijk naamwoorden en werkwoorden.

 

3.1.2.2.2.1.            beetje + bijvoeglijk naamwoord

 

3.1.2.2.2.2.            beetje + werkwoord

 

3.1.2.2.3.      (semantisch) Ze geeft de graad aan van deze. Meestal vertaald door bißchen, wenig, etwas, kan beetje bij de bijwoorden van graad worden gerekend, waar ook nogal, zo, hoe, enigzins, zeer, uitermate, en hartstikke als voorbeelden bij horen.[13][14] Deze variant, die gewoonlijk[14][15] ter bepaling van het daaropvolgend zindeel wordt gebruikt is in het algemeen de vaakst voorkomende variant van beetje, zoals de hieropvolgende corpusgegevens uitwijzen.

 

3.1.2.2.4.      corpusgegevens

 

3.1.2.2.4.1.            corpusgegevens (beetje + bijvoeglijk naamwoord)

 

1.       mij vreemd genoeg een beetje gelukkig, met mijzelf herenigd. 

 

2.       lidstaten hebben een beetje genoeg van 'het-haasje-over-beleid'

 

3.       ik dacht dat ze een beetje woordblind was... Ze had toen nogal

 

4.       ,,Ik werd een beetje laks'', zei Moorer na afloop.

 

5.       dat vind ik dan ook een beetje slap van onze Hein. Kom op.

 

6.       Toen u in 1989 aantrad, stond de WEU [...] toch een beetje bekend als het Siberië van...

 

7.       Toen voelde me eigenlijk een beetje trots.

 

8.       de jeugdige denkers een beetje moedeloos, maar een vrouwelijke

 

9.       drinken is de hand een beetje ongelukkig, maar het gaat als het

 

10.   ik vrees dat we een beetje boven onze stand leven'', zegt Paul

 

  1. deze roman ook nog (een beetje) spannend, omdat Laura vindt dat ze

 

12.   zwaar opgemaakt, een beetje vulgair - geconfronteerd met de

 

13.   Als hij al een beetje vertrouwd is met de Nederlandse

 

14.   in de categorie 'een beetje zwanger'. D66 wil aan de ene kant

 

15.   aandurfde, mag een beetje van adel zijn, tussen de touwen was

 

16.   gevoel dat ik met een beetje gezeglijk huisdier misschien toch

 

17.   toch vind ik het een beetje raar om zoveel moeite te doen om all

 

18.   twintig metalen staafjes en dat geeft een mooie, heldere toon. Het is dan ook een beetje misplaatst hooghartig.

 

19.   een verlanglijstje, dus je moet zelf bedenken wat je hem wilt geven. Omdat het een beetje moeilijk is om grote cadeaus op de

 

20.   'compact, een beetje hees, en met een nasmaak van hout,

 

3.1.2.2.4.2.            corpusgegevens bijwoord van graadaanduiding beetje + werkwoord

 

1.       om zijn techniek een beetje bij te houden. Hij verdiende met dat

 

2.       daar is Piet Keizer zo'n beetje mee begonnen. Met zijn beroemde

 

3.       Dan vraag je er een beetje om dat de meiden en hun klanten het

 

4.       De anderen waren een beetje blijven steken in de punkperiode, te

 

5.       film, die zichzelf een beetje dreigt te overschreeuwen en al te ze

 

6.       Maar Joan heeft een beetje pech gehad in het leven. Toen de

 

7.       en metaforen op elkaar te stapelen, waardoor de poëzie van het verhaal soms een beetje werd ondergesneeuwd.

 

8.       de hindernis ,,nog een beetje de rem er op houden'', zoals hij dat

 

9.       Ze laat de kop een beetje hangen en ze kijkt je recht in je

 

10.   dan kunnen ze nog een beetje vrolijk leven.

 

11.   Thelosen moet een beetje lachen. Dat is toch een 'trügerische

 

12.   moet de lezer toch een beetje bezighouden, hè?

 

13.   U kunt niet ons hele gedachtengoed verwerpen en als het een beetje tegenzit naar de rechter stappen.

 

14.   Nee, met die laatste twee moet ik toch een beetje oppassen.

 

15.   Ik heb geleerd om een beetje mijn mond te houden. Toen ik destijds

 

16.   Een beetje verantwoordelijkheid nemen, zou veel

 

17.   lijken een heel klein beetje op schakers. Verslaafde intelligents

 

18.   werd het tijd voor ,,een beetje moddergooien'' in de culturele

 

19.  De meester kijkt een beetje meewarig neer op zijn leerling.

 

20.   , de rechter nog een beetje tegengehouden door een arm.

 

21.   ballend Nederland een beetje open te breken. Niet dat er een

 

22.   twintig metalen staafjes en dat geeft een mooie, heldere toon. Het geluid lijkt een beetje op dat van een harp.

 

23.   , krijgen allebei een beetje hun zin.

 

24.   van Mansell ook een beetje hun werk was.

 

25.   Nederlandse verkiezingen worden ook een beetje Europese verkiezingen.

 

 

 

3.1.2.3.1.      (morfologisch) bijvoeglijk naamwoord

 

3.1.2.3.2.       (syntaktisch) Deze meestal informeel toegepaste vorm van beetje wordt gebruikt in combinatie met een zelfstandig naamwoord en heeft hierbij de waarde van een attributief adjectief.

 

3.1.2.3.3.       (semantisch) Semantisch staat het voor wat, wie ook maar enigszins zo is. Volgens ANS heeft men het hier met een verkorting te maken, een weglating van niet altijd voor de hand liggende aanvullingen zoals in een beetje (goede) fotograaf of een beetje (bijdehande) vent.

 

3.1.2.3.4.      corpusgegevens

 

1.       Een beetje vent is trots op een blauw oog

 

2.       Een beetje jasje zit als gegoten

 

3.1.2.4.             (morfologisch) partikel

 

            Beetje kan ook de functie van een betekenisdragende tussenwerpsel (ter onderscheiding van de niet betekenisdragende of klanknabootsende tussenwerpsels zoals hmm, boem, patz, oeps) overnemen.[15][16] Hoewel beetje in de gangbare literatuur niet bij deze woordsoort wordt gerekend, wordt haar illocutieve functie in de communicatie in het bijzondere in gesproken taal duidelijk. Voorbeeld:

 

1.        ik heb te veel gedronken

 

1a.   ik heb een beetje te veel gedronken

 

 

 

Men kan argumenteren dat in 1a. beetje gewoonlijk als een bijwoord kan worden aangezien. De syntaktische subclassificatie heeft echter weinig te zeggen over de eigenlijke functie van partikelen. Over het algemeen is een beschrijving van deze woordsoort uitsluitend onder syntactische en zelfs onder semantische aspecten niet voldoende, omdat bij een groot deel van de partikelen de semantisch-denotative betekenis gering, maar de communicatief-pragmatische functie des te dominerender is. In het Duits is dit het geval bij aber, also, auch, bloss, denn, doch, eigentich, einfach, etwa, gerade, halt, ja, mal, noch, nun, nur, schon, überhaupt, vielleicht, wohl.[16][17] In het Nederlands kunnen onder andere maar, toch, al, wel, eens, even, eigenlijk, pas, al, nog, echter, slechts, ook, nu, dan, meteen, alleen, zelfs  bij deze groep worden gerekend.[17][18]

 

In 1a. wordt dus door de interjenctie de expressieve waarde van 1. afgezwakt.

 

  3.1.3. Classificatie van corpusgegevens naar hun communicatief-pragmatische functie

 

  In het volgende zullen de boven genoemde voorbeelden naar hun communicatief-pragmatische functie worden onderzocht. De corpusgegevens worden nu naar het voor het propositionele gehalte van de zin wel of niet beslissend gebruik van beetje geclassificeerd.

 

Hoewel in dit werkstuk ook de boven getoonde morfologische classificatie intuitief voorgenomen werd, zou het in geannoteerde corpora door een gespecificeerde zoekopdracht automatisch kunnen gebeuren. Semantisch ‚begrip’, laat staan het automatisch evalueren van communicatief-pragmatische functies is echter tot nu toe nog toekomstmuziek[18][19]. Dergelijke categorisering vereist (met de huidige stand van de techniek) menselijk oordeelsvermogen.

 

Het moet worden opgemerkt dat zodanige classificaties vanwege hun subjectief karakter uiterst problematisch zijn. Door de corpusgegevens aan te geven wordt echter de lezer de mogelijkheid geboden deze indeling te aanvaarden of van de hand te wijzen. Het volgende ambigue interpreteerbaar voorbeeld zal de intersubjectivering van het classificatieproces makkelijker maken:

 

„..., krijgen allebei een beetje hun zin.“

 

1)      Allebei krijgen een beetje hun zin. --> Allebei bereiken voor een deel hun doel.

 

2)       Allebei krijgen een beetje hun zin. --> Het is een beetje waar, dat allebei hun zin krijgen.

 

     Beetje is dus in zin 1) bepalend voor het propositionele gehalte van de zin, beetje heeft betrekking op krijgen. In 2) heeft beetje een communicatief-pragmatische functie. Daar staat beetje in feite niet bepalend voor het werkwoord, maar het staat graadaangevend voor het predicaat van de hele zin. De propositionele inhoud van de zin wordt in 2) niet veranderd door het weglaten van een beetje. Alleen de illocutieve waarde van het predicaat wordt afgezwakt, anders als in zin 1), waar de zin door het weglaten van een beetje in zijn locutieve betekenis wordt veranderd.

 

    De boven getoonde corpusgegevens werden voor deze indeling in gecursiverde en niet gecursiverde ingedeeld. Laatste groep wijzt op de gegevens waar beetje in een communicatief-pragmatische functie staat. Ook hier geldt, dat de groepen niet disjunct zijn.[19][20]

 

    De resultaten zijn als volgt: bij de variant bijwoord kunnen 45% van de gegevens m.b.t. beetje + bijvoeglijk naamwoord en 48% m.b.t. beetje + werkwoord bij deze groep worden gerekend. Bij de variant beetje als onbepaald voornaamwoord is deze classificatie irrelevant, omdat er beetje niet in de functie van een graadpartikel staat, maar als onbepaald voornaamwoord ter bepaling van een hoeveelheid.

 

 

 

3.2.       IDS COSMAS Korpus: sz Süddeutsche Zeitung 1995-1999

 

3.2.1.         Classificeering van corpusgegevens naar morfologische criteria

 

     De electronisch beschikbaare teksten in de IDS Cosmas[20][21]  bestaan uit zes hoofdcomponenten: (1) Korpora geschriebener Sprache, (2) Archiv morphosyntaktisch annotierter Korpora, (3) Archiv: Kartei der Gesellschaft für deutsche Sprache, (4) Archiv historsischer Korpora, (5) Korpora geschriebener Sprache en (6) Archiv: Phasengegliederter Wendekorpora, waarop hier niet nader wordt ingegaan.

 

Er werd in het kranten-subcorpus Süddeutsche Zeitung 1995-1999 gezocht naar zowel bißchen, Bißchen, als ook Bißchen (aan de aanvang van een zin).[21][22] Dit corpus bestaat uit 159.52 miljoen woordvormen, in totaal bevat het 190210090 woorden, ter vergelijking 7,05 keer zo groot dan de INL 27 Mio krantencorpus. Het woord Bißchen aan het begin van een zin werd 1keer gevonden, Bißchen 56keer en bißchen 13944keer. Dat is een cumulatieve frequentie van 13585,5 van alle vormen.

 

Van de eerste 500 concordanties werden 45 concordanties willekeurig geselecteerd en zullen hier als steekproef gelden.

 

3.2.1.1.1.      (morfologisch) onbepaald voornaamwoord

 

3.2.1.1.2.      (syntactisch)  Kan net als de nederlandse variant gebruikt worden met een zelfstandig naamwoord (een beetje zon – ein bisschen Sonne) of met een bijvoeglijk naamwoord (helemaal niet! – kein bisschen!).

 

3.2.1.1.3.      (semantisch) Gewoonlijk kan deze variant als een equivalent van het onbepaald voornaamwoord beetje worden aangezien. Meestal te vervangen door bisschen, wenig, etwas.

 

3.2.1.1.4.      corpusgegevens

 

1.       Die Halle stellt die Stadt kostenlos zur Verfügung, ein Geldinstitut, ein Kaufhaus und ein Getränkehersteller erweisen sich als spendabel, ein bißchen Geld muß der Verband zuschießen.[22][23]

 

2.      Aber die lange aufgestauten Gefühle waren stärker, und ein bißchen Geld, das erste wieder nach fast zwölf Monaten, wollte sie sich auch gerne verdienen.[23][24]

 

3.      Ein bißchen Weinbau, ein bißchen weniger Aborigines, und Modelle von schwangeren Frauen.[24][25]

 

4.      Dazwischen Mafia in Rußland und ein bißchen Life-Style: Halb Tigerfell, halb Rheumadecke, weil kein Marktforscher, auch wenn er lesen kann, an einen nackten Text glaubt. [25][26]

 

5.      Nur um kurz nach halb zwei klingelt einmal die dicke Patientin von schräg gegenüber und klagt über Übelkeit, aber wahrscheinlich braucht sie wieder nur ein bißchen Zuwendung. [26][27]

 

6.      Das Publikum lachte aus vollem Hals. 'Ein bißchen Spaß wollte ich ja auch haben', sagte Becker.[27][28]

 

7.      Aber wenn 'nach dem schlechtesten Spiel, an das ich mich erinnern kann' die Fehler angesprochen werden, 'dann muß das intern und mit ein bißchen Abstand' geschehen, sagt der Kapitän. [28][29]

 

8.      Es ist grausam, aber kennzeichnend für den wirren Zustand der PDS, daß nach dieser Rede und nach diesen 36 Stunden, in denen Bisky und Gregor Gysi für ein kleines bißchen klare Distanzierung vom Stalinismus und ein kleines bißchen Vorwärtsdenken verhandelt, gekämpft, geredet, Amt und Mandat riskiert haben, schließlich sogar Kommunismus als unverzichtbar für die PDS akzeptieren mußten und dann beinahe doch noch verloren; daß nach diesem Marathonkampf um Inhalte der erste Redner am Saalmikrophon Fünf den Parteichef fragt: 'Du hast gesagt, du kämpfst für Inhalte. [29][30]

 

9.      Das Bißchen mehr. Daß die Vorgänge nicht ins Melodramatische kippen, liegt einmal an dem Entschluß des Autors Brian Field, auf den Dialog fast ganz zu verzichten.[30][31]

 

 

 

 3.2.1.2.1.      (morfologisch) bijwoord

 

3.2.1.2.2.      (syntactisch)

 

3.2.1.2.2.1.            bisschen+bijvoeglijk naamwoord

 

3.2.1.2.2.2.            bisschen+werkwoord

 

3.2.1.2.3.      (semantisch) bijwoord van graadaanduiding

 

3.2.1.2.4.1.            corpusgegevens (bisschen+bijvoeglijk naamwoord)

 

1.       STOLZ UND KEIN BIßCHEN EIFERSÜCHTIG[31][32]

 

2.      Im Schach-Bundesligateam der Bayern sind sie zur Zeit alle ein bißchen überfordert. [32][33]

 

3.      Hätte sich Roland Emmerich ein bißchen mehr für seine beiden Helden interessiert, dann wären sie in der Lage gewesen, einen roten Faden durch all diese purzelnden Phantasien zu legen.[33][34]

 

4.      Christine Rottmeier betrachtet diese Aufnahme gern. 'Sehen Sie nur, diese sinnliche Pose', sagt sie und hält das Photo vorsichtig in ihren weißen Stoffhandschuhen. Es ist nur so groß wie eine Postkarte, ein bißchen durchscheinend und federleicht - ein Windhauch könnte es davonblasen. 'Mit dem Verfahren der Photogravüre konnte damals auf hauchdünnes Japanpapier gedruckt werden', erzählt sie und zeigt auf die Spuren feiner Pinselstriche.[34][35]

 

5.      Ist das nicht ein bißchen gefährlich, mit 83 Jahren? [35][36]

 

6.      Das war manchmal ein bißchen wenig für den Kopf.' Sie verließ die Band, auch weil die Doppelbelastung als Schlagzeugerin und Schauspielerin inzwischen zu groß geworden war.[36][37]

 

7.      Zum nächsten Auswärtsspiel reiste er ebenfalls; stellte später Fragen, die die Spielerinnen ein bißchen verlegen machten.[37][38]

 

8.      Der wird gleich ein bißchen lauter: 'Wir wollen uns das nicht leisten.[38][39]

 

9.      Objekte ihrer Begierde: Junge Männer, die schon mit 27 nur noch mit Weichzeichner photographiert werden, schauen traurig und manchmal ein bißchen wild, naja, trotzig, von den Postern und singen ohne allzu große Stimmbreite Pop-Muzak mit ein wenig Nachgeschmack, wie eine rockige Version von Disney-Filmmusik.[39][40]

 

10.   Nein, es war der noch ein bißchen größere Sigmund Freud.[40][41]

 

11.   Im Falle des damaligen Insidertips R. E. M. (1984 bei Alabama) hat es noch ein bißchen länger gedauert, jüngstes Beispiel sind vielleicht die Crashtest Dummies.[41][42]

 

12.   Der Autor darf etwas subjektiver sein und verbreitet weniger Baedeker- Belehrung, dafür, ohne sich anzubiedern, ein bißchen mehr Munterkeit, auch bei der Vermittlung historischer, kultureller, politischer Informationen.[42][43]

 

13.   Aber daß die Berliner ihrer Zeit immer ein bißchen voraus sind - das ist eben typisch Berlinisch.[43][44]

 

14.   Möglicherweise wird die Eröffnungsfeier für das amerikanische und das deutsche Team schon der Höhepunkt.' Ein bißchen zu schwarz gesehen.[44][45]

 

15.   Vermutlich hat sich Sven Koch (21), Abiturient aus Oberhof, der mit Abstand beste Springer (92/91 m) des Quartetts, alles ein bißchen anders vorgestellt, als er vorab die WM 'zum wichtigsten oder prägendsten sportlichen Ereignis der Karriere' erhob.[45][46]

 

16.   'Alle diese Burschen machten ihr Vermögen mit Eisenbahnen, Bergwerken und dadurch, daß sie ein bißchen skrupellos mit der Konkurrenz verfuhren.[46][47]

 

17.   Wenn sie dabei alle ein bißchen erwachsener werden, dann ist das Gewinn.' Diesen Gewinn bescherte Peter Brook mit jeder seiner Inszenierungen.[47][48]

 

18.   In einer Mitteilung an Interpol Wiesbaden waren die Behörden von Singapur ein bißchen ausführlicher.[48][49]

 

19.   Klar: Dvoraks Siebente ist für sie ein Heimspiel, und es muß ja kein Fehler sein, wenn bei ihnen auch Schuberts große C- Dur-Symphonie ein bißchen so klingt, als käme sie 'Aus Böhmens Hain und Flur'.[49][50]

 

 

 

 3.2.1.2.4.2.            corpusgegevens (bisschen+werkwoord)

 

1.       Auf den allgemeinen Protest gegen die Sparmaßnahme des Sportamts hin hat Bürgermeisterin Gertraud Burkert, wie gestern berichtet, die Saison wieder ein bißchen verlängert - sie endet jetzt nicht am 5., sondern am 12. März.[50][51]

 

2.       Bißchen klauen.[51][52]

 

3.       Auch Team-Manager Rudi Völler sah "die glücklichere Mannschaft" in Runde zwei angelangt nach dem 1:1 im Hinspiel und dem 1:0 in der BayArena, blies reflexartig alle herbeifliegenden "complimenti" der freundlichen Gäste in fließendem Italienisch zurück und bekannte: "Bißchen leid tut's einem für die Italiener."[52][53]

 

4.       Enttäuscht hat er sie dann doch nicht: Zu Beginn seines Geständnisses fehlten Arno Funke noch ein bißchen die Worte.[53][54]

 

5.       'Ein absoluter Klassemann', schwärmte Lorant und lobte sich auch ein bißchen selbst: 'Ich habe ihn fünfmal beobachtet und war jedesmal von ihm restlos überzeugt. [54][55]

 

6.       Noch schnell ein bißchen geschnibbelt und zerhackt, gemanscht und genascht, gerollt und gebrutzelt und dann heiß serviert. [55][56]

 

7.       Sie macht es ein bißchen vor und verziert es dazwischen mit dem schicken Ruckzuck der Hüften, das sich vom Hüftgewackel einer Oktoberfest-Suleika scharf unterscheidet.[56][57]

 

8.       An der Bundesbank wäre es deshalb jetzt, die überschießende Währungsspekulationen zu dämpfen und die Geldmarktzinsen ein bißchen herunterzuschrauben.[57][58]

 

9.       Pillenmacher versprechen einem immer alles mögliche; und hinterher fährt man dann jählings auf Jungle ab, trägt Miniröcke und/oder diese grungigen Karohemden, hält Sozialdemokraten für das kleinere Übel, Manager für clevere Rationalisten, und erkennt in Männern oder Frauen, bloß weil sie einem ein bißchen gefallen, vollkommen überirdische Wesen. [58][59]

 

10.   Wenn der böse Gregor die schöne Sarah immerzu Klara Klarsicht nennt und unterstellt, daß sie wahrscheinlich am Wochenende ein bißchen ins Parteitagsgebäude hinken werde, um Rosa Luxemburg noch ähnlicher zu sehen, genau das sei die eigentliche alte, stalinistische Methode. [59][60]

 

10. lijkt zelfs op het idiomatisch gebruik van beejte, waar gewoonlijk slechts het gesproken of informeel Nederlands gebruik van maakt. Bisschen laat zich aan geen zinsdeel koppelen, maar heeft uitsluitend een illocutieve functie.

 

11.   'Mein Training ist in erster Linie auf den Rücken ausgerichtet, deshalb habe ich alles andere zuletzt ein bißchen vernachlässigt.'[60][61]

 

12.   Manchmal habe er sich schon ein bißchen außen vor gefühlt, sagte Becker zu seiner Rolle beim finalen deutsch-ukrainischen Partnerschaftstreffen in Perth.   

 

13.   Das Rezept zur Erholung war schnell gefunden: 'Ich werde ein bißchen Urlaub machen. [61][62]

 

14.   Übrigens: Der Vergleich der Journalisten zwischen Weiberfastnacht und unserem Spiel hat mich doch ein bißchen gestört.[62][63]

 

15.   Jeder vierte Skifahrer hat zugegeben, daß er die Ein-Brett-Fahrer ein bißchen bewundert. [63][64]

 

16.   Aber seien wir doch dankbar, daß wir die Reichen und die Erfolgreichen, sofern sie vom Götterfunken gestreift werden und nicht vom Immobilienboom, ein bißchen besichtigen können.[64][65]

 

17.   Sie richtet Laura wieder auf und sagt: Lebe lieber ein bißchen. [65][66]

 

 

 

 3.2.2.         Classificatie van corpusgegevens naar hun communicatief-pragmatische functie

 

Naar in hoofdstuk 3.1.3. nader verklaarde classificatiecriteria zijn bovengenoemde corpusgegevens in semantisch-denotatieve functie van bisschen en in voornamelijk communicatief-pragmatische functie ingedeeld. Ook hier geldt dat de vorm onbepaald voornaamwoord bij deze classificatie niet betrokken is.

 

3.3.       Resultaten INL en IDS

 

 

 

semantisch-denotatieve functie

communicatief-pragmatische functie

beetje

bisschen

beetje

bisschen

onbepaald voornaamwoord

11,3%

20%

0 %

0%

bijwoord van graadaanduiding (X + bijvoeglijk naamwoord)

37,8%

42,2%

17%

17,8 %

bijwoord van graadaanduiding (X + werkwoord)

47,2%

37,8%

22,6%

11,1%

bijvoeglijk naamwoord (een beetje jasje)

3,7%

--

--

--

in totaal:

(100%)

(100%)

39,6%

28,9%

 

                                                Tabel 1

 

Tabel 1 laat de verdeling over de steekproef van beetje en bisschen zien, uitgedrukt in percent. De eerste twee kolommen wijzen de voorkomens van de twee lexemen verdeeld over de verschillende morfologische indelingen op. Vervolgens wordt de cumulative frequentie van beetje en bisschen in hun communicatief-pragmatische functie (cursief) in de hele steekproef getoond.

 

Uit de corpusgegevens blijkt dat de frequentie van beetje in zijn functie ter bepaling van werkwoorden domineert en daarvan bijna de helft (47,8%) een dominerend communicatief-pragmatische rol speelt. De bijwoordelijke variant van bisschen (80%) domineert eveneens met een gering verschil, namelijk dat de bepaling van bijvoegelijke bijwoorden met 42,2% een ietwat grotere rol speelt dan de bepaling van werkwoorden. Opvallend is evenwel dat beetje in de functie van onbepaald voornaamwoord met 20% duidelijk vaker voorkomt dan de Nederlandse quivalent, dat slechts in 11,3% van de gevallen inneemt.

 

Verder blijkt er een groter idiomatisch gebruik van beetje dan bisschen binnen de steekproef waar het in verbinding met een werkwoord wordt gebruikt.

 

3.4.       Parallel corpus Nederlands-Duits

 

    Het project Paralel Corpus Nederlands-Duits bestond op het moment van dit onderzoek uit zes tekstgedeelten uit literaire Nederlandse werken en hun Duitse vertalingen. Er is zoeken naar strings met behulp van ‘regular expressions’ in beide talen mogelijk, ook kunnen subcorpora gedefinierd worden door teksten te (de-)selecteren.

 

De zoekopdracht naar beetje in Nederlandse teksten en bißchen in Duitse teksten leidde quantitatief tot zeer verschillende resultaten. De query naar  beetje leverte drie keer hogere frequentieresultaten op dan de query naar bisschen. Na de gegevens in categorien te tonen zal er naar de oorzaken van de frequentieverschillen en de verschillen tussen de twee lexemen worden gekeken. 

 

3.4.1.         Equivalenten van beetje in het Duits

 

3.4.1.1.   Beetje als onbepaald voornaamwoord: 

 

Equivalenten (beetje -> bisschen):

 

  1. Je marchandeert met het meest kostbare van jezelf: je verkoopt je ziel voor een beetje kennis.[66][67]

 

Du schacherst mit deinem kostbarsten Gut: Für ein bißchen Wissen verkaufst du deine Seele.

 

  1. In het opvangcentrum had ik mezelf een beetje Nederlands geleerd, maar ik kon het nog niet in praktijk brengen.[67][68]

 

Im Auffanglager hatte ich mir selbst ein bißchen Niederländisch beigebracht, doch ich konnte es noch nicht anwenden.

 

Vertaald door synoniemen van bisschen (beetje -> wenig, etwas,  leicht, Stück)

 

  1. Hij verplaatste zich een beetje naar boven.[68][69]

 

Er rückte ein Stück weiter nach oben.

 

  1. Eigenlijk was het een leeg flesje, maar zoals gewoonlijk deed ze met de top van haar vinger een beetje parfum op haar grijze haren en ging speciaal voor René bidden.[69][70]

 

Eigentlich war das Fläschchen leer, doch wie sonst tupfte sie mit der Fingerspitze ein wenig Parfüm auf ihr graues Haar und sprach ein Gebet für René.

 

  1. Oud en ziek moeten genoeg zijn om een man, die gewoon als elk ander de spil van zijn eigen kleine heelal had willen zijn, maar die zijn leven lang door mensen in diverse uniformen was lastiggevallen voor papieren, voor pasfoto's, voor vingerafdrukken, voor stempels en nummers met inbegrip van dat ene, gloeiende nummer dat voorgoed in zijn arm stond gedrukt, om zo'n man aan het eind van zijn leven een beetje adem te gunnen.[70][71]

 

Alt und krank müssen ausreichen, um einem Mann, der ganz einfach wie jeder andere der Dreh- und Angelpunkt seines eigenen kleinen Universums hatte sein wollen, aber sein Leben lang von Leuten in unterschiedlichen Uniformen wegen Papieren, wegen Passfotos, wegen Fingerabdrücken, wegen Stempeln und Nummern behelligt worden war, inklusive jener einen glühenden, die für immer in seinen Arm gedrückt stand, um so einem Mann am Ende seines Lebens ein klein wenig Atem zu gönnen.

 

  1. Er is een beetje overlast, een beetje antipathie, maar ineens gaan ze overal aanplakken dat alle bedriegers die bekend staan als Bohemers en Egyptiërs het land uit moeten: we zijn dan in de zestiende eeuw.[71][72]

 

Ein wenig Belästigung, ein wenig Antipathie, aber dann kleben plötzlich überall Anschläge, dass alle Betrüger, die unter dem Namen Bohemer und Ägypter bekannt sind, das Land zu verlassen haben: Wir befinden uns im sechzehnten Jahrhundert.

 

  1. 'Een beetje respect,' zegt Oma, vergaart de schilfertjes van de koeken in haar handpalm en laat ze in de asbak vallen.[72][73]

 

"Etwas mehr Respekt", sagt Oma, sammelt die Krümel in ihre Hand und läßt sie in den Aschenbecher fallen.

 

Idiomatisch uitdrukking voor stijging:

 

  1. Hij bewoont het rechtergedeelte van de boerderij van zijn voorouders, maar hun land heeft hij stukje bij beetje verkocht. [73][74]

 

Er bewohnt den rechten Teil des Hofs seiner Vorfahren, ihr Land hat er allerdings Stück für Stück verkauft

 

  1. Gerard, die voelde dat er iets in de lucht hing waarover geen levende ziel hem zou informeren - iets illegaals? iets vijandigs? iets met verraad? -, begon beetje bij beetje razend te worden, meegesleept door iets dat verschrikkelijk deprimerend was en dat bij gebrek aan iets tastbaars zijn eigen gang dan maar ging: Gerard begon zich te storen aan Joseph.[74][75]

 

Gerard, der spürte, dass etwas in der Luft lag, über das keine lebende Seele ihn informieren würde - etwas, was mit Illegalität zu tun hatte? mit dem Feind? mit Verrat? -, bekam nach und nach eine Mordswut, mitgerissen von etwas, das schrecklich deprimierend war und sich in Ermangelung von etwas Greifbarem dann eben auf eigene Faust weiterentwickelte: Gerard begann sich an Joseph zu stören.

 

 

 

3.4.1.2.   ‚Beetje’ als bijwoord ter bepaling van bijvoeglijke naamwoorden :

 

 Equivalenten (beetje -> bisschen):

 

  1. Het rammelt, het is zwaar en ook een beetje bizar, maar het zit au Fond heel harmonieus in elkaar.[75][76]

 

Es klappert, es ist schwer und auch ein bißchen bizarr, aber au fond ist es sehr harmonisch.

 

  1. 'Je praat al een beetje beter’, zei de boer.[76][77]

 

»Du sprichst schon ein bißchen besser«, sagte der Bauer.

 

Vertaald door synoniemen van bisschen (beetje -> wenig, etwas,  leicht, Stück):

 

  1. Grootvader haalde zijn hoed van zijn hoofd en waaide er een beetje afwezig mee voor zijn gezicht.[77][78]

 

Großvater nahm den Hut vom Kopf und wedelte etwas abwesend damit vor seinem Gesicht hin und her.

 

  1. De vrachtwagenchauffeurs waren weer opgestapt, dus de vaste klandizie, beetje armetierig ineens, wilde het wel even hebben over bijvoorbeeld de verzekeringspremie van die ouwe bakken, die vooral voor types met hangsnorren en romantische ogen niet mals was, want schadevrij rijden of niet, ze konden enkel terecht bij de firma Brokkenpiloot.

 

Die LKW-Fahrer waren schon wieder weg, also wollte die mit einemmal etwas armselig wirkende Stammkundschaft ganz gern mal beispielsweise die Versicherungsprämien für diese alten Kutschen aufs Tapet bringen, die vor allem für Typen mit Hängeschnäuzern und romantischen Augen nicht von Pappe waren, denn unfallfrei fahren hin oder her, versichern konnten sie sich nur bei der Firma Terminus.

 

  1. Je kunt een winkel openen, maar sommige negoties hebben een beetje meer ruimte nodig.

 

Man kann einen Laden aufmachen, aber manche Geschäfte benötigen etwas mehr Raum.

 

  1. Idioot vond Gerard het en ook wel een beetje pijnlijk, want zo bewaakt tussen geladen dienstpistolen zagen zijn vrienden er inderdaad wel zonder meer misdadig uit.[78][79]

 

Blödsinnig fand Gerard das und auch ein wenig peinlich, denn, solchermaßen bewacht von geladenen Dienstpistolen, sahen seine Freunde tatsächlich wie Kriminelle aus.

 

  1. Een paar klassen hoger had hij ontdekt dat deze imperatief net zo goed kon worden uitgelegd als een aanmoediging om de zweep erover te leggen wat de jongen een beetje griezelig vond.[79][80]

 

Ein paar Klassen weiter hatte er entdeckt, daß dieser Imperator genausogut als Ermunterung aufgefaßt werden konnte, die Peitsche zu schwingen - was dem Jungen leichte Schauder einjagte.[80][81]

 

  1. De waaiers, los zwevend, bewogen zacht ten opzichte van elkaar, een beetje wiegelend soms, zich dan weer met een ruk verplaatsend.[81][82]

 

Die lose schwebenden Fächer bewegten sich sanft, zuweilen leicht schaukelnd aufeinander zu und entfernten sich dann wieder mit einem Ruck.[82][83]

 

Andere vertalingen:

 

  1. Het was een beetje bruin.

 

Bräunlich war es.

 

  1. Ik weet niet hoor, gaat het vaag door haar heen, maar hij is een beetje anders tegenwoordig.[83][84]

 

Ich weiß nicht, geht es ihr kurz durch den Kopf, aber irgendwie ist er jetzt anders.

 

3.4.1.3.   ‚Beetje’ als bijwoord ter bepaling van werkwoorden:

 

Equivalenten (beetje -> bisschen):

 

  1. Begrijp je nu die haat van je oma een beetje?'

 

Verstehst du jetzt den Haß deiner Oma ein bißchen?

 

  1. Gewoon straks de repetitie van Cybele een beetje vaart geven.[84][85]

 

Einfach gleich die Probe für Cybele ein bißchen beschleunigen.

 

Vertaald door synoniemen van bisschen (beetje -> wenig, etwas,  leicht, Stück):

 

  1. Ik probeerde hem een beetje te troosten.[85][86]

 

Ich versuchte, ihn ein wenig zu trösten.

 

  1. Hij bleef mokken, de hele middag, en ging bij het eten een beetje voorover hangen om het gezicht van Joseph te vermijden die met zijn kinderen gekheid zat te maken zonder het te menen, ...[86][87]

 

Er grollte den ganzen Nachmittag lang und beugte sich bei Tisch etwas tiefer über sein Essen, um Joseph nicht ins Gesicht sehen zu müssen, der mit seinen Kindern herumalberte, ohne mit dem Herzen dabeizusein, ...

 

  1. Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. [87][88]

 

Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. [88][89]

 

  1. Van iets anders ben ik evenmin helemaal zeker: of Joseph, overschakelend in z'n drie, niet al een klein beetje aanvoelde dat in de loop van datzelfde jaar zijn pak, 's nachts, op dit adres over een stoel zou komen te liggen en zijn lage zwarte schoenen onder het bed zouden komen te staan van de roodharige dochter des huizes.[89][90]

 

Etwas anderes kann ich mit ebensowenig Sicherheit sagen: ob Joseph, als er in den dritten Gang schaltete, nicht schon eine ganz leise Ahnung hatte, dass noch im Laufe ebendieses Jahres sein Anzug nachts, an dieser Adresse, über einem Stuhl hängen und seine Schuhe unter dem Bett der rothaarigen Tochter des Hauses stehen würden.

 

  1. Ik wilde een beetje normaal gaan leven, net als anderen.[90][91]

 

Ich wollte ganz normal leben, wie andere auch.

 

  1. Wekenlang had hij geholpen om dat hele stelsel aan de gang te krijgen, met grote handigheid, en als hij dan zo'n beetje in zichzelf praatte, onder het werk, was dat onwillekeurig in zijn eigen, particuliere taal.[91][92]

 

Wochenlang hatte er mit großem Geschick geholfen, das System in Gang zu kriegen, und wenn er dann beim Arbeiten vor sich hin redete, war es unwillkürlich in seiner eigenen, höchst privaten Sprache.

 

  1. Hij ziet dat de ander een beetje begint rond te lopen, begint te kijken naar de schappen waar de witlof aan het groeien is, een donker silhouet tussen het geborrel en gestroom van water dat door de pvc-buizen onophoudelijk in beweging wordt gehouden. [92][93]

 

Er sieht, dass der andere jetzt hierhin und dahin läuft, nach den Stellagen zu schauen beginnt, in denen der Chicoree heranwächst, eine dunkle Silhouette zwischen dem Geblubber und Gefließe des Wasser, das von den PVC-Leitungen in ständiger Bewegung gehalten wird.

 

3.4.2.         Equivalenten van bisschen in het Nederlands

 

Slechts twee keer werden andere uitdrukkingen uit het Nederlands met bisschen vertaald.

 

  1. Mußt du nicht erst noch ein bißchen wachsen?[93][94]

 

Moet jij eerst nog niet wat groeien?[94][95]

 

  1. "Wie oft", beginnt Oma, und gewöhnlich folgt dann ein Klagelied über früher, "hat Pappi nicht auch dir gesagt, daß du kein bißchen Disziplin hast, Sibylle, und daß du später dafür wirst büßen müssen."[95][96]

 

'Hoe dikwijls,' begint Oma, en gewoonlijk volgt er dan een klaagzang over vroeger, 'heeft Pappie jou ook niet gezegd dat je geen enkele discipline had, Sibylle, en dat je daar later voor zou moeten boeten.'[96][97]

 

3.4.3.         Resultaten

 

In zes gevallen (20,5%) vindt men in deze steekproef bisschen als vertaling van beetje. Dat is minder verwonderlijk als men de rijke synoniemen-woordenschat van bisschen voor ogen heeft. 14 keer (48,3%) worden deze voor de vertaling gebruikt, waarbij wenig met 35,7% domineert, in het bijzondere in de vorm van onbepaald voornaamwoord met 4 gevallen (28%). De lexemen etwas en leicht volgen hierna met elk 28% in de gehele steekproef, waarbij deze meer in de vorm van bijwoord ter bepaling van bijvoeglijke naamwoorden te vinden zijn.

 

Bestudeert men in dit kleine corpus de gevallen waar beetje niet met een van de equivalenten vertaald werd kan men het volgende vaststellen:

 

Voor de hier duidelijk illocutief gebruik van beetje in 27. werd in het duits voor een partikel met een volledig andere semantische waarde gekozen. Een equivalente vertaling zou in het duits niet van toepassing zijn geweest:

 

* Ich wollte ein bisschen normal leben, wie andere auch.

 

    In plaats daarvan zorgt het partikel ganz (=geheel) voor de weergave van de nuancerende expressie in de zin. Op analoge wijze kan men 19. en 20. beschouwen. Vaak wordt een beetje, zo’n beetje helemaal niet weergegeven (25. en 28.) of door een andere frase ‚omzeild’. In 26. is er voor een ander zinconstructie gekozen, waardoor equivalenten van beetje syntactisch niet meer van toepassing zijn. Deze groep komt het vaakst in de functie van bijwoord ter bepaling van werkwoorden voor. Daarmee is er een overeenstemming met de gegevens uit de eentalige corpora, waaruit bleek dat het communicatief-pragmatische functie – dat vrijwel het moeijlijkst met equivalenten te vertalen is – in deze groep te vinden is.

 

 

 

4.    Conclusie en evaluatie van het onderzoek

 

    Hoewel de in hoofdstuk 2. aangegevene verzameling niet compleet is, laat de korte blik in de woordenboeken en grammaticas zien, dat er in de literatuur vaak oneinigheid over het gebruik van lexemen bestaat. Empirisch onderzoek kan in die zin meer bieden, als dat authentische gebruikswijzen van de lexemen worden onderzocht welke zich zo niet op een lezing beperken, maar onverschillig een lijst van alle gebruiksmogelijkheden opmaken.

 

    Hoe dan ook, kunnen varianten van lexemen ook onder de corpusgegevens ontbreken, vooral dan, als het medium of het onderwerp van de corpussoort niet voor het bepaald onderzoek geschikt is. De onderzoeker moet steeds  Voor een compleet onderzoek is dus combinatie van corpusonderzoek met woordenboeken en intuitie van de native speaker noodzakelijk.

 

    Een van de resultaten dat uit het werk met het vertaalcorpus kon worden gewonnen was desbetreffend het in de woordenboeken niet voorkomend gebruik van leicht  als vaak voorkomend equivalent van beetje.

 

    In tabel 1 (hoofdstuk 3.3.) konden enkele statistische gegevens over de spreiding van verschillende gebruiksmogelijkheden worden getoond. Hier geldt zoals in elk ander onderzoek, dat de betrouwbaarheid met het aantal steekproeven groeit. Hoe dan ook kon de hypothese betreffend het partikelachtig gebruik van beetje m.b.t. de bijwoordelijke vorm van graadaanduiding ter bepaling van werkwoorden bewaarheid worden. Dit laatste geldt niet voor de eveneens bijwoordelijke vorm ter bepaling van bijvoeglijk naamwoorden, waar de communicatief-pragmatische gebruik van de lexemen in de twee talen in bijna equivalente mate voorkomt. De resultaten uit de eentalige corpora tonen overeenkomstigheden met de resultaten uit het parallele corpus. Naast de hypothesen te bewaarheiden spreekt dit uitkomst enigszins voor de betrouwbaarheid van het onderzoek.

 

    Verder konden er cumulative verschillen in de spreiding onder de verschillende morfologische classen worden vastgesteld en daarmee het morfologisch, syntactisch en semantisch veld van beide lexemen worden afgebakend.

 

    De voor contrastief onderzoek meest verhelderende resultaten konden uit  het werk met  het parallel corpus worden gewonnen. De frequentie van de synoniemen binnen de verschillende morfologische klassen kon er worden getoond en de mogelijkheden worden bestudeerd die vertalers kiezen bij het weergeven van idiomatisch gebruik van beetje. Ook hier geldt dat een groter steekproef[97][98] tot duidelijker, en verdergaander resultaten leidt.

 

Ten slotte moet er de vraag naar de validiteit van het onderzoek worden gesteld: in hoe verre was de gekozen methode van het gebruik van eentalige corpora bestaand uit krantenteksten en een (tot nu toe uitsluitend bestaand uit literaire teksten) parallel vertaalcorpus het geschikte medium voor de verificatie van de centrale vraagstelling van dit onderzoek? Of anders geformuleerd: in hoeverre werd in de gegeven corpora voor de juiste vraagstelling gekozen?

 

De hypothese die slaat op de communicatieve functie van beetje in het Nederlands had uiteraard het beste in een gesproken parallel corpus, naar mogelijk, in een informeel medium worden onderzocht. Het blijkt vanzelfsprekend, dat een zoekopdracht in een dergelijk corpus meer resultaten voor deze gebruiksvorm van het lexeem op zou leveren dan in krantenteksten. Een zodanig corpus voor het Nederlands en Duits is echter tot op dit moment nog niet beschikbaar.

 

    De vraag of dit onderzoek succesvol was in het onderzoeken van de twee in het centrum van deze studie staande lexemen kan nochtans positief worden beantwoord. Naast de inzichten die over beetje en bisschen konden worden verworven werden de mogelijkheden en de grenzen van corpusonderzoek die de huidige stand van zaken biedt voor contrastief corpusonderzoek getoond. Dit kan wederom als basis voor verder onderzoek op dit gebied worden aangezien.

 

 

 

5.    Literatuur  

 

Foolen, Ad (1993), De betekenis van partikels. Een documentatie van de stand van het onderzoek, met bijzondere aandacht voor ‚maar’. Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Katholieke Universiteit Nijmegen

 

ANS (Algemene Nederlandse Spraakkunst) (1997), Haeseryn, W./ Romijn K. et al., Tweede, geheel herziene druk, Nijhoff  Groningen

 

Helbig/Buscha, Gerhard/Joachim (1998), Deutsche Grammatik. Ein Handbuch für den Ausländerunterricht. Langenscheidt Verlag Enzyklopädie Leipzig, Berlin, München

 

Instituut voor Nederlandse Lexicologie (1996),  27 Miljoen Woorden Krantencorpus 1995 gebruikershandleiding, INL Leiden

 

Kruyt, J.G. (1995), Nationale tekstcorpora in internationaal perspectief, Forum der Letteren 36 (1995), 1 (maart), p. 47-58.

 

Van Dale (1997) Groot Woordenboek Nederlands-Duits, Duits-Nederlands, Groot Electronisch Woordenboek Hedendaags Nederlands. Versie 1.0 Win 32. Van Dale Lexicografie Utrecht/Antwerpen

 

 WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal) (1998) bew. door M. de Vries /L.A. te Winkel, et. al.; Sdu Gravenhaage

 

 

 

Corpora en desbetreffende informatie:

 

http://corpora.ids-mannheim.de/

 

http://corpora.ids-mannheim.de/~cosmas/

 

http://www.niederlandistik.fu-berlin.de/ 

 

http://www.inl.nl/

 

 

 

Geciteerde corpusgegevens:

 

 AbdolaH, Kader (1997), De reis van de lege flessen. Uitgeverij De Geus Breda

 

Abdolah, Kader (1999), Die Reise der leeren Flaschen. Aus dem Niederländischen von Kuby, Christiane. Alexander Fest Verlag

 

Claus, Hugo (1989) De Zwaardvis; CPNB Amsterdam

 

Claus, Hugo (1992) Der Schwertfisch. Aus dem Niederländischen von Still, Rosemarie; Klett-Cotta

 

Heijden, A.F.Th. van der (1990) Advocaat van de hanen, Querido Amsterdam

 

Heijden, A.F.Th. van der (1990) Der Anwalt der Hähne. Aus dem Niederländischen von Beuningen, Helga van; Frankfurt: Suhrkamp

 

Moor, Margriet de (1996) Hertog van Egypte, Querido: Amsterdam

 

Moor, Margriet de (1997) Herzog von Ägypten, Aus dem Niederländischen von Breuningen, Helga von, Hanser; C /VM:                    Amsterdam. NRC-Handelsblad (1994) Dagblad uitgegeven door de Nederlandse Dagbladunie B.V.  Rotterdam

 

Palmen, Connie (1991) De wetten. Hoofdstuk 1. Prometheus Amsterdam

 

Palmen, Connie (1995) Die Gesetze, Aus dem Niederländischen von Heller, Barbara, Diogenes AmsterdamSüddeutsche Zeitung (1995) Süddeutsche Zeitung GmbH, München

 


 


 

[98][13] Deze optie staat in de IDS-corpus alleen voor een enkele subcorpus ter beschikking, die in tegenstelling tot andere corpora die niet getagged zijn ook de benaming ‚Het morfosyntactisch geannoteerd corpus’ draagt.

 

 

 



[1][1] Van Dale (1997)

[2][2] t.a.p.

[3][3] WNT (1998)

[4][4] Helbig / Buscha (1998) blz. 312., 336.

[5][5] ANS (1997)

[6][6] J.G. Kruyt (1995), blz. 47.

[7][7] Om voor morfosyntactisch geannoteerd corpora te kiezen had er daarnaast van de inhoudelijke vergelijkbaarheid van de teksten moeten worden afgezien. cf. voetnoot 13

[8][8] Voor verdere informatie over deze corpora zie: http://www.inl.nl/

[9][9] Over de duitse corpora zie: http://corpora.ids-mannheim.de/ en in het bijzonder http://corpora.ids-mannheim.de/~cosmas/

[10][10] http://www.niederlandistik.fu-berlin.de

[11][11] NRC-Handelsblad. Dagblad uitgegeven door de Nederlandse Dagbladunie B.V.  Rotterdam.

[12][12] 27 Miljoen Woorden Krantencorpus 1995 gebruikershandleiding, 8 januari 1996, Instituut voor Nederlandse Lexicologie. De gebruikershandleiding van het retrievalprogramma staat op de website van het INL: http://www.inl.nl/

[13][14] cf. ANS (1997) blz. 456

[14][15] Zie hoofdstuk 3.1.3. van deze werkstuk over de communicatief-pragmatische classificatie.

[15][16] cf. ANS blz. 577

[16][17] Helbig/ Buscha (1998) blz. 487

[17][18] cf. Ad Foolen (1993) blz. 23-32

[18][19] Volautomatische verwerking van semantische en pragmatische taalgegevens is naar huidig inzicht niet mogelijk.

[19][20] Hiermee wordt verwezen naar de ambiguïteit ook in deze categorie.

[20][21] Institut für Deutsche Sprache, Mannheim; COSMAS (Corpus Storage, Maintenance and Access System)

[21][22] Bij de zoekopdracht werd de oude schrijfwijze gebruikt, omdat de onderzochte texten uit 1995 dateeren.

[22][23] Süddeutsche Zeitung, 02.01.1995, S. 27, Ressort: M; Stars von morgen

[23][24] Süddeutsche Zeitung, 31.01.1995, S. 25, Ressort: SPORT; Eine hat Ehrgeiz, die andere Fieber

[24][25] Süddeutsche Zeitung, 03.01.1995, S. 902, Ressort: REISE; Megageil: In zwölf Tagen rund um die Welt

[25][26] Süddeutsche Zeitung, 11.03.1995, S. 13, Ressort: FEUILLETON; Was sagt die Zielgruppe?

[26][27] Süddeutsche Zeitung, 011.02.1995, S. 905, Ressort: GESELLSCHAFT; Die Schwester, die ich kenne

[27][28] Süddeutsche Zeitung, 027.02.1995, S. 15, Ressort: SPORT; Ein bißchen Spaß muß sein

[28][29] Süddeutsche Zeitung, 02.03.1995, S. 59, Ressort: SPORT; Borussia und der Glaube an das Wunder

[29][30] Süddeutsche Zeitung, 30.01.1995, S. 3, Ressort: SEITE; Ein Fegefeuer der etwas anderen Art

[30][31] Süddeutsche Zeitung, 023.05.1997, S. 14, Ressort: FEUILLETON; Endspiel in drei Sätzen

[31][32] Süddeutsche Zeitung, 014.06.1997, S. 903, Ressort: SZ; Sex, Mord und Krieg - kein Thema darf tabu sein

[32][33] Süddeutsche Zeitung, 05.01.1995, S. 42, Ressort: M; In die Trauer mischt sich Trotz

[33][34] Süddeutsche Zeitung, 09.03.1995, S. 13, Ressort: FEUILLETON; Archäologie der Zukunft

[34][35] Süddeutsche Zeitung, 014.01.1995, S. 16, Ressort: M; In der Dunkelkammer der Photo-Geschicht

[35][36] Süddeutsche Zeitung, 021.01.1995, S. 45, Ressort: SPORT; Leif Vold-Johanson (82) Rallye-Beifahrer und Damenstrumphändler

[36][37] Süddeutsche Zeitung, 04.02.1995, S. 15, Ressort: M; 'Die Götter lieben mich'

[37][38] Süddeutsche Zeitung, 07.02.1995, S. 43, Ressort: M; Spielzeugautos und Toilettenschränke

[38][39] Süddeutsche Zeitung, 01.03.1995, S. 52, Ressort: SPORT; Die nordischen Engel wollen keine Stars

[39][40] Süddeutsche Zeitung, 03.03.1995, S. 908, Ressort: ROCK; Cocteau Twins Cantonesisch

[40][41] Süddeutsche Zeitung, 028.03.1995, S. 13, Ressort: FEUILLETON; Zwischenzeit Trauerarbeit

[41][42] Süddeutsche Zeitung, 016.01.1995, S. 10, Ressort: MEDIEN; Die Erfolgsstory einer rotzfrechen Jugendsendung

[42][43] Süddeutsche Zeitung, 04.04.1995, S. 19, Ressort: REISE; .

[43][44] Süddeutsche Zeitung, 029.03.1995, S. 8, Ressort: BERLIN; ECKE FRIEDRICHSTRASSE

[44][45] Süddeutsche Zeitung, 013.03.1995, S. 15, Ressort: SPORT; Die Lücke zwischen wenigen Stars und viel Volk bleibt

[45][46] Süddeutsche Zeitung, 017.03.1995, S. 55, Ressort: SPORT; Japaner weit voraus

[46][47] Süddeutsche Zeitung, 18.03.1995, S. 907, Ressort: SZ; Ein Mann - von Enten gezeichnet

[47][48] Süddeutsche Zeitung, 21.03.1995, S. 11, Ressort: FEUILLETON; Mit dem Theater dem Leben trotzen

[48][49] Süddeutsche Zeitung, 04.03.1995, S. 12, Ressort: THEMEN; Fall Nick Leeson: Aktenzeichen W00442/95 ungelöst

[49][50] Süddeutsche Zeitung, 13.02.1995, S. 9, Ressort: FEUILLETON; Verschattete Klassik im Urlaubsparadies

[50][51] Süddeutsche Zeitung, 010.02.1995, S. 41, Ressort: M; CSU und FDP fordern Konzept für Eis-Stadien

[51][52] Süddeutsche Zeitung, 09.11.1995, S. 3, Ressort: SEITE; Zuhälter werden, das wär geil

[52][53]Süddeutsche Zeitung, 01.10.1998, S. 37, Ressort: SPORT; Schlechtes Gewissen nach dem Powerplay

[53][54] Süddeutsche Zeitung, 18.01.1995, S. 12, Ressort: VERMISCHTES; Der Traum vom Bad im Geld

[54][55] Süddeutsche Zeitung, 23.01.1995, S. 31, Ressort: M; Lorants Lobeshymne nach der Rutschpartie

[55][56] Süddeutsche Zeitung, 25.03.1995, S. 15, Ressort: M; Wie wird das Fleisch zum Pflanzerl?

[56][57] Süddeutsche Zeitung, 23.03.1995, S. 49, Ressort: M; Oma als Bauchtänzerin

[57][58] Süddeutsche Zeitung, 07.03.1995, S. 25, Ressort: WIRTSCHAFT; Preis der Stärke

[58][59] Süddeutsche Zeitung, 11.01.1995, S. 1, Ressort: NACHRICHTEN; Das Streiflicht

[59][60]Süddeutsche Zeitung, 27.01.1995, S. 3, Ressort: SEITE; Ein Punk und die roten Mottenkugelmänner

[60][61] Süddeutsche Zeitung, 17.02.1995, S. 23, Ressort: SPORT; 'Ich muß sehr aufpassen'

[61][62] Süddeutsche Zeitung, 20.02.1995, S. 18, Ressort: SPORT; Seizinger patzt, Tomba stürzt

[62][63] Süddeutsche Zeitung, 25.02.1995, S. 28, Ressort: MEDIEN; Wenn die Frauen-Elf an Weiberfastnacht kickt

[63][64] Süddeutsche Zeitung, 24.02.1995, S. 11, Ressort: BERG; Fun in der Halfpipe

[64][65] Süddeutsche Zeitung, 23.02.1995, S. 16, Ressort: MEDIEN; Kurkonzert erster Klasse

[65][66] Süddeutsche Zeitung, 28.02.1995, S. 18, Ressort: KINDER; Laura hat Angst

[66][67] Palmen, De wetten (1995)

[67][68] Abdolah, De reis van de lege flessen (1997)

[68][69] Abdolah, t.a.p.

[69][70] Abdolah, t.a.p.

[70][71] De Moor, Hertog van Egypte (1996)

[71][72] De Moor, t.a.p.

[72][73] Claus, De Zwaardvis (1989)

[73][74] De Moor, t.a.p.

[74][75] De Moor, t.a.p.

[75][76] Palmen, t.a.p.

[76][77] Abdolah, t.a.p.

[77][78] Abdolah, t.a.p.

[78][79] De Moor, t.a.p.

[79][80] Van der Heijden (1995)

[80][81] Van der Heijden, t.a.p.

[81][82] Van der Heijden, t.a.p.

[82][83] Van der Heijden, t.a.p.

[83][84] Claus, t.a.p.

[84][85] Claus, t.a.p.

[85][86] Abdolah, t.a.p.

[86][87] De Moor, t.a.p.

[87][88] De Moor, t.a.p.

[88][89] De Moor, t.a.p.

[89][90] De Moor, t.a.p.

[90][91] Abdolah, t.a.p.

[91][92]De Moor, t.a.p.

[92][93] De Moor, t.a.p.

[93][94] Hugo Claus, t.a.p.

[94][95] Hugo Claus, t.a.p.

[95][96] Hugo Claus, t.a.p.

[96][97] Hugo Claus, t.a.p.

[97][98] In dit geval was het gehele corpusresultaat de steekproef.